Toespraak Burgemeester Erik Boog 4 mei 2020

Toespraak burgemeester Erik Boog (dodenherdenking 4 mei 2020)

De vrijheid kwam in het voorjaar.
De vrijheid komt in het voorjaar.
Kijk maar we vieren haar.

Het is 8 mei 1945.

Canadese bevrijders trekken Diemen binnen.
Duitse soldaten die met paard en wagen proberen te vluchten, worden uitgejouwd.

Rond 8 uur in de ochtend rijdt Luitenant Kolonel Bell-Irving in een jeep vol bloemen over de Muiderstraatweg en Hartveldseweg.

Een paar uur later volgt de hoofdmacht van ‘The Seaforth-Highlanders of Canada’. Een colonne van ruim 200 tanks, pantserwagens, trucks, jeeps en motorfietsen trekt langzaam door ons dorp.
De bevrijders worden luid toegejuicht door de bevolking van Diemen, die massaal is toegestroomd.

Daarna volgt de eigenlijke hoofdmacht gevormd door Engelsen, Canadezen en eenheden van de Prinses Irenebrigade. Vanaf de tanks en auto’s gooien de soldaten sigaretten. En blikken met Canadese biscuits.

NSB’ers worden door de Binnenlandse Strijdkrachten gearresteerd. Op het schoolplein van de Sancta Mariaschool in de Burgemeester Bickerstraat worden zij verzameld.

De betonnen bunkermuur op de grens van Amsterdam, eerst nog symbool voor de controle van de Duitse bezettingsmacht, is nu overgenomen door feestvierende vrouwen en mannen die onze bevrijders enthousiast begroeten. Op de muur is met grote letters “Welcome” en een Hollands bloemenmeisje geschilderd.

Diemen is bevrijd! Wij zijn vrij!

Even later op die dag galmt de stem van verzetsstrijder Henk van Randwijk over de Dam in Amsterdam. Daar horen we diezelfde kreet: Wij zijn vrij!

Van Randwijk dankt in een toespraak de bevrijders: “Wij zullen altijd bondgenooten en vrienden zijn! Want wij hebben jaren verloren, maar wij kunnen een eeuw winnen.”

Van die eeuw van Van Randwijk zijn inmiddels 75 jaar verstreken.

Al net zo lang herdenken wij jaarlijks de gevallenen en slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

En staan wij stil bij de Nederlanders die na de oorlog slachtoffer werden van andere oorlogssituaties en vredesmissies. Wij betuigen ons respect aan hen allen.

Dit jaar is echter geen jaar als ieder ander.
Dit jaar herdenken en vieren wij immers dat de Tweede Wereldoorlog, 75 jaar geleden beëindigd werd.
Dit jaar zouden we met een uitgebreid programma, ook in Diemen, 75 jaar vrijheid herdenken en vieren.

Dit jaar is geen jaar als ieder ander.

De wereld, ons land, Diemen, is in de greep van het coronavirus. Een onzekere tijd. Een tijd met veel leed. Een tijd die bij sommigen associaties oproept met de oorlog.

Begrijpelijk aan de ene kant. We worden immers beperkt in onze vrijheden. Beperkingen worden van overheidswege opgelegd. We kunnen niet alles doen wat we willen, we kunnen niet gaan of staan waar we willen.
Herdenken moeten we vandaag noodgedwongen thuis doen.

Maar we weten ook: het vergelijk gaat op veel punten mank. Hoe groot het leed en de gevolgen nu ook zijn. Maar deze tijd maakt wel iets duidelijk, iets voelbaar.

Het brengt misschien bij generaties na de oorlog, een eerste idee van wat het betekent om vrijheid in te leveren. Dat dit al moeilijk is. Laat staan hoe moeilijk het toen was. Wat de impact was van de gruwelijke terreur van de Tweede Wereldoorlog.

Dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Vrijheid nooit af is. 

Vrijheid is blijvend werk in uitvoering.

In de recent verschenen bundel ‘De stand van vrijheid’ word dat treffend beschreven: ook 75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn we nog steeds zoekende naar een evenwicht tussen individuele vrijheid en het maatschappelijk belang.

Tussen jezelf kunnen zijn en rekening houden met de ander. Die zoektocht is actueler dan ooit, nu er van ons gevraagd wordt dat we verantwoordelijkheid nemen om voor elkaar te zorgen. Er voor elkaar te zijn. Al moet dat vaak op afstand.

Tegelijk biedt de coronacrisis helder zicht op het fundament waarop de vrijheid in Nederland rust: de democratische rechtsstaat. Die bepaalt de kaders waarbinnen alle maatregelen genomen worden. Die moet garanderen dat de inperking van vrijheden ongedaan wordt gemaakt als dat weer kan.

En we mogen daar in alle vrijheid iets van vinden. En dat doen we ook. Omdat we vrijheid van meningsuiting hebben, vrijheid van pers.

Op een dag als vandaag moeten we stil staan bij deze fundamenten van vrijheid.

Fundamenten van vrijheid die zwaar zijn bevochten door mensen die daarvoor grote offers hebben gebracht.

Tijdens de bezetting vergde het veel moed om in het verzet te gaan, om als soldaat te strijden, om te ontsnappen aan de naziterreur, om mensen te laten onderduiken.

Vandaag eren wij diegenen die de vrijheid niet meer hebben kunnen meemaken.

Vandaag brengen wij een ode aan diegenen aan wie wij onze vrijheid te danken hebben.

Aan iedereen die in deze verschrikkelijke tijd het verschil maakte. Soms door een kleine handeling, soms door een grote actie. Aan de dappere helden die met gevaar voor eigen leven vochten voor vrijheid.

Mijn boodschap voor u, voor Diemen is dan ook: Laten we moed putten uit hun daden, hun kracht, hun heldhaftigheid.

Uit hun overtuiging dat het licht van de hoop de duisternis van de terreur zou verdrijven.

Uit hun geloof dat een nieuwe periode, een nieuwe lente, een nieuwe toekomst zou aanbreken.

En laten we ons verantwoordelijk voelen. Verantwoordelijk voelen om samen de zwaar bevochten vrijheid te onderhouden en door te geven. Door de democratische rechtsstaat te beschermen. Voort te gaan op de weg van vrede. Door in saamhorigheid onze vrijheid te koesteren.

“Wij hebben jaren verloren, maar wij kunnen een eeuw winnen.”

Dichteres en schrijfster Ankie Peypers beschreef het mooi in een gedicht:

de vrijheid kwam in het voorjaar
de vrijheid komt in het voorjaar
kijk maar we vieren haar

ze kwam kapot en in tranen
ze had oorlog onder de leden
je kon niet geloven
dat komt ze te boven
haar lauwerkrans was voor doden

maar ze vroeg ons haar door te geven
ik lig in jullie handen, zei ze
wees niet stil, zoals ik niet stil was
denk niet dat het onmogelijk is
denk dat het onmogelijk is, maar doe het

neem me mee
naar waar ik niet ben
neem me mee, zegt ze
laat me leven.