|
Nr.
|
Reacties van ouders
|
Reactie van het
college
|
|
1.
|
Een ouder geeft aan
dat er voor dit schooljaar leerlingenvervoer beschikbaar was naar
verschillende scholen voor voortgezet onderwijs. In het
aanvraagproces in mei 2023 is niet aangegeven dat er alleen
aangepast vervoer is naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school.
Het kind van deze ouder heeft nu aangepast vervoer naar een school
die niet de dichtstbijzijnde toegankelijke school is. De ouder wil
weten of haar kind het leerlingenvervoer behoudt naar de school
waar haar kind nu naartoe gaat.
Een andere ouder vraagt ook om aangepast vervoer beschikbaar te
houden voor zijn kind naar een verder weg gelegen school.
|
Elk jaar doen ouders opnieuw een aanvraag voor een
vervoersvoorziening naar en van school. Dit geldt overigens niet
voor ouders met een meerjarige beschikking.
Elk jaar beoordeelt het college opnieuw of de leerling in
aanmerking komt voor een vervoersvoorziening en zo ja, welke vorm
van ondersteuning passend is.
We gaan voor de beantwoording van deze vraag ervanuit dat de
leerling weer in aanmerking komt voor de vervoersvoorziening
aangepast vervoer.
De vraag van de ouder is of er dan alleen recht is op aangepast
vervoer naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school of ook naar
de verder weg gelegen school waar de leerling al op school zit.
Schoolwisselingen kunnen een negatief effect hebben
op de schoolloopbaan. Het recht op een vervoersvoorziening naar de
school waar de leerling al onderwijs volgt, blijft daarom bestaan.
Dit uitgangspunt geldt ook voor andere leerlingen die nu recht
hebben op een vervoersvoorziening naar een andere school dan de
dichtstbijzijnde toegankelijke school.
Voor nieuwe aanvragen wordt alleen een
vervoersvoorziening beschikt naar de dichtstbijzijnde toegankelijke
school. Ouders kunnen hun kind bij een verder weg gelegen school
inschrijven, wel moeten ouders dan er rekening mee houden dat naar
deze verder weg gelegen school geen vervoersvoorziening wordt
toegekend.
|
|
2.
|
Gelden de nieuwe regels die in de verordening
Vervoer naar en van school staan ook voor het vervoer dat geregeld
is via de Wet langdurige zorg?
|
Nee, het zijn twee verschillende regelingen.
|
|
3.
|
Een ouder vraagt zich af of de gemeente wel kijkt
naar wat de individuele situatie is van elke leerling. De regels in
de verordening gelden misschien niet voor elk kind. En doet de
gemeente wel onderzoek naar wat de situatie van ieder kind is?
|
De gemeente gaat in gesprek met alle ouders die een
aanvraag doen voor een vervoersvoorziening naar en van school.
Juist omdat iedere gezinssituatie anders is.
De gemeente kan tijdens het onderzoek naar welke
vervoersvoorziening passend is, beslissen om advies te vragen aan
deskundigen. De gemeente vraagt advies wanneer het belangrijk is om
meer te weten te komen over de (leer)mogelijkheden van kinderen of
ouders. Met deze informatie kan de gemeente een zorgvuldige
beslissing nemen over welke ondersteuning passend is.
|
|
4.
|
Wat kunnen ouders verwachten als het gaat om het
veranderen van de regels voor deze vervoersvoorziening? De ouder
verwacht continuïteit van de regels.
|
In de verordening staan de regels voor
ondersteuning bij het vervoer naar en van school. De gemeenteraad
moet met de verordening instemmen. De gemeente is verplicht een
regeling te hebben én heeft de mogelijkheid om regels aan te
passen. De regels gelden pas nadat de gemeenteraad met de regels
heeft ingestemd. Ook gelden de nieuwe regels pas voor aanvragen
voor een volgend schooljaar. De gemeente Diemen past de regels elke
drie of vier jaar aan.
|
|
5.
|
Is er wel voldoende personeel bij de OV-coach om
leerlingen te helpen bij het leren van zelfstandig reizen?
|
De gemeente heeft deze vraag in maart 2024 gesteld.
De OV-coach gaf toen aan voldoende mensen te hebben om ook inwoners
uit Diemen te helpen bij het zelfstandig leren reizen.
Ouders kunnen deze vraag het beste aan de OV-coach stellen. De
OV-coach is een onafhankelijke organisatie.
OV-coach helpt bij het zelfstandig leren reizen met het openbaar
vervoer of de fiets in de vervoersregio Amsterdam. Iedereen in de
vervoersregio Amsterdam kan hulp aanvragen bij OV-coach. Deze hulp
is gratis en vragen ouders zelf aan voor hun kind.
|
|
6.
|
Een ouder merkt op dat de reistijd naar school
belangrijk is om mee te nemen in de afweging of een leerling wel of
niet zelfstandig naar school kan reizen. In de verordening staat
niet bij welke reistijd een leerling wel of niet zelfstandig naar
school moet reizen. De ouder vraagt of daarover iets opgenomen kan
worden.
|
In de conceptverordening staat in artikel 3.2 lid
2: ‘Voor leerlingen van 11 jaar en ouder is zelfstandig reizen het
uitganspunt, ongeacht de afstand of schoolsoort.
Het college neemt in de verordening niet op met welke reistijd
leerlingen wel en niet zelfstandig naar school moeten reizen. In de
verordening is de volgende tekst opgenomen over zelfstandig reizen
vanaf 11 jaar: ‘Voor leerlingen van 11 jaar of ouder is zelfstandig
reizen het uitgangspunt. Een leerling wordt alleen geacht
zelfstandig naar school te reizen voor zover de school voor de
leerling lopend, per fiets of met openbaar vervoer veilig, binnen
acceptabele tijd en met acceptabele inspanning bereikbaar is. Het
college stelt hierover nadere regels.’
Voor het college is het uitgangspunt dat er voor iedere leerling
afzonderlijk vastgesteld moet worden wat haalbaar is.
|
|
7.
|
Wat is de aanleiding voor het opstellen van een
nieuwe verordening?
|
Om de drie of vier jaar past de gemeente Diemen de
verordening aan, zodat de verordening blijft aansluiten bij
(maatschappelijke) ontwikkelingen.
De huidige verordening is ingegaan in 2019. Het was dus weer tijd
voor een update. Bovendien sluiten de regels nu weer aan bij de
landelijke ontwikkelingen in het sociaal domein en in het
leerlingenvervoer
|
|
9.
|
Wat als een leerling van 11 jaar nog niet
zelfstandig kan reizen?
|
In de verordening staat dat zelfstandig reizen het
uitgangspunt is voor leerlingen van 11 jaar of ouder. Als blijkt
dat een leerling van 11 jaar nog niet zelfstandig naar school kan
reizen dan verwachten we dat ouders brengen en halen. Als ouders
niet kunnen brengen en halen, dan ontstaat er, als voldaan is aan
de voorwaarden in de verordening, recht op aangepast vervoer.
|
|
10.
|
Tip van één van de ouders: geef de volgende keer
aan wat de oude regels waren en wat nieuw is in de concept
verordening. En communiceer in begrijpelijke taal en houdt rekening
met anderstaligen.
|
Het college neemt deze tip mee voor de volgende
keer dat de verordening wordt aangepast.
Het college vindt het belangrijk dat inwoners
informatie van de gemeente Diemen ontvangen in begrijpelijke taal.
Daarom is de brief aan ouders over het inspraakproces geschreven op
taalniveau B1. In deze brief worden op pagina 2 ook de
belangrijkste veranderingen samengevat.
|
|
11.
|
Een ouder merkt op dat er veel partijen betrokken
zijn bij de keuze en toewijzing van een school. De vraag aan de
gemeente is wat de rol van de gemeente in dit proces is.
|
De gemeente bepaalt niet welke school(soort)
toegankelijk is voor de leerling. Het Samenwerkingsverband beslist
dit. Het besluit van het Samenwerkingsverband staat op de
toelaatbaarheidsverklaring.
Voor de vervoersvoorziening naar en van school
geldt dat er alleen recht is op een vervoersvoorziening
naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Anders verwoord: je
krijgt alleen ondersteuning naar de toegankelijke school die zo
dicht mogelijk bij huis is.
Ouders kunnen altijd kiezen voor een andere, verder weg gelegen
school. De leerling moet dan zelf naar deze school reizen of ouders
moeten brengen en halen.
|
|
12.
|
Wordt er rekening gehouden met het feit dat niet
iedere ouder (ook in een tweeoudergezin) het kind kan brengen of
halen?
|
Na de aanvraag van ouders volgt altijd een gesprek.
Ouders geven aan wat de mogelijkheden van ouders, het kind en het
netwerk van ouders zijn. Ouders tonen soms ook aan wat hun
mogelijkheden zijn door de werkgeversverklaring. De gemeente kan
aanvullend advies vragen aan deskundigen.
De gemeente stelt dus zorgvuldig vast wat de mogelijkheden zijn.
Pas wanneer de gemeente een volledig beeld heeft van de
mogelijkheden, besluit de gemeente of er ondersteuning nodig is en
zo ja, wat passende ondersteuning is.
Het kan zo zijn dat de gemeente vaststelt dat het voor de ouder(s)
én het netwerk niet mogelijk is om te brengen en/of halen én dat de
leerling ook nog niet zelfstandig naar school kan reizen.
|
|
13.
|
Meerdere ouders (die een tweeoudergezin vormen)
geven aan dat het niet reëel is om onderscheid te maken tussen een
eenoudergezin en een tweeoudergezin.
|
Tweeoudergezinnen hebben meer mogelijkheden dan
eenoudergezinnen. Een tweeoudergezin kan het brengen en halen
verdelen over twee ouders. Een ouder in een eenoudergezin kan dit
niet.
|
|
14.
|
Tijdens de inspraakbijeenkomst ging het gesprek ook
meer in het algemeen over de belastbaarheid van ouders (met een
kind met een beperking).
|
Het college heeft in de verordening Vervoer naar en
van school een aanpassing gemaakt in het aantal uren dat het
college verwacht dat ouders bezig zijn met brengen en halen.
De verwachting in de concept verordening was dat iedere ouder
maximaal 10 uur besteedt aan brengen en halen. Voor een
eenoudergezin betekent dit maximaal 10 uur per week. Voor een
tweeoudergezin betekent dit 20 uur per week. Dit urenaantal is
aangepast naar:
Van een
eenoudergezin wordt verwacht dat de ouder maximaal 8 uur per week
besteedt aan het brengen en halen van alle kinderen in het
huishouden.
Van een
tweeoudergezin wordt verwacht dat de ouders maximaal 12 uur per
week besteden aan het brengen en halen van alle kinderen in het
huishouden.
De reden voor deze aanpassing is dat dit een
redelijker aantal uren is. De norm voor tweeoudergezinnen ligt
hoger omdat het brengen en halen verdeeld kan worden over twee
ouders.
Bij het vaststellen welke inzet er redelijkerwijze gevraagd kan
worden van ouders is gekeken naar onder andere de inzet in de
modelverordening van de VNG en de inzet die gevraagd wordt van
ouders in de gemeente Amsterdam.
In de modelverordening van de VNG staat geen
maximaal urenaantal voor brengen en halen. Van ouders wordt brengen
en halen verwacht tot een (enkele) reistijd van 90 minuten. In de
verordening van Amsterdam wordt brengen en halen verwacht tot een
(enkele) reistijd van 45 minuten en Amsterdam heeft geen maximaal
urenaantal voor brengen en halen.
De gemeente Diemen verwacht brengen en halen tot een (enkele)
reistijd van 45 minuten én formuleert een maximaal aantal uren voor
brengen en halen.
In Amsterdam kan een gezin dus een enkele reistijd
van 45 minuten hebben, wat resulteert in 3 uur halen en brengen per
dag. Dat is 15 uur per week. In Diemen ontstaat er eerder, namelijk
bij 12 of 8 uur, recht op ondersteuning. In de verordening van
Diemen uit 2019 stond de VNG-norm van 90 minuten enkele reis. In de
verordening 2024 ligt de verwachte inzet van ouders lager dan in de
verordening uit 2019.
|
|
15.
|
Een van de ouders denkt dat de nieuwe regels
invloed kunnen hebben op andere ouders die nu geen aanvraag meer
durven te doen.
|
Het is niet de bedoeling om ouders te ontmoedigen
om een aanvraag te doen. De inzet van het college is om ouders op
een passende manier te ondersteunen en ervoor te zorgen dat er plek
is voor kinderen in het taxivervoer die zonder dit taxivervoer niet
op school kunnen komen.
Het naar school brengen en halen is een taak van ouders en de
gemeente ondersteunt waar nodig hierbij. Als ouders zelf kunnen
brengen en halen, dan wordt ook van ouders verwacht dat zij zelf
brengen en halen. Als de school ver weg is, ondersteunt de gemeente
door een reiskostenvergoeding.
Het is voor ouders altijd mogelijk om laagdrempelig contact op te
nemen met de jeugdconsulenten. Op basis van een eerste
contactmoment kan er een inschatting gedaan worden of en zo ja, hoe
de gemeente kan ondersteunen.
|
|
16..
|
Tip van een van de ouders: zorg ervoor dat scholen
ouders kunnen informeren over de vervoersvoorziening Vervoer naar
en van school.
|
De gemeente heeft de basisscholen in Diemen al
geïnformeerd over de verordening Vervoer naar en van school 2024.
De gemeente is van plan om de speciaal onderwijsscholen, waar
Diemense leerlingen op school zitten, te informeren over de
vervoersvoorziening Vervoer naar en van school. Deze scholen zijn
dan op de hoogte van de (nieuwe) regels en kunnen ouders informeren
over welke ondersteuning er mogelijk voor het vervoer naar en van
school.
|